Verzorging bij een gedeeltelijke prothese na een borstsparende operatie

Dr. Vera von Bodungen, leidinggevend hoofdarts aan de Universitäts-Frauenklinikum van de LMUG München en Susanne Ernst, adviseuse medische producten bij Anita

onderstaand artikel verscheen in het nummer 2/2016 van het vaktijdschrift MTD - Medizin-Technischer Dialog

Borstkanker bij vrouwen - Verzorging bij een gedeeltelijke prothese

Borstkanker is wereldwijd nog altijd de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen.

Alleen al in Nederland krijgen jaarlijks ruim 14.500 vrouwen te maken met borstkanker. Het aantal getroffen vrouwen neemt snel toe na het 35ste levensjaar.

Volgens de huidige kennis ontstaan de meeste carcinomen in de melkklieren.

Bij iedere vrouw is een aandoening van de borst anders, ook wat betreft de agressiviteit en snelheid van kwaadaardige celgroei. Door operaties, medicamenteuze therapieën (vooral cytostatica en anti-hormonale medicamenten), bestraling en nieuwe, doelgerichte therapieën is de kans op totale genezing aanzienlijk toegenomen.

De diagnose kanker slaat bij de patiënte in als een donderslag bij heldere hemel. De behandelende gynaecologen of plastische chirurgen nemen daarom alle tijd om de vrouwen persoonlijk advies te geven, medische vaktermen uit te leggen en de therapieën in detail toe te lichten. Bij een groot aantal van de vroegtijdige tumordiagnoses (ong. 70%) komt een borstsparende therapie in aanmerking.

In principe is de borstoperatie en verwijdering van de zogenaamde schildwachtklier uit de okselholte, of in enkele gevallen ook meerdere lymfeklieren onder de armen (axillaire lymfeklieren) noodzakelijk. De schildwachtklier, ook wel 'sentinel node' genoemd, is de eerste klier die het lymfevocht uit het tumorgebied 'filtert'. Daarna bereikt het vocht de andere lymfeklieren in de oksel. Deze lymfeklier 'bewaakt' zogezegd de andere lymfeklieren.

De kans is groot dat de tumorcellen in deze eerste lymfeklier zitten. De schildwachtklier wordt gelokaliseerd, gemarkeerd, verwijderd en tijdens de operatie onderzocht. Als deze lymfeklier geen kankercellen bevat, dan is het normaliter niet nodig om de andere lymfeklieren weg te halen.

Met deze procedure kan worden voorkomen dat te veel gezonde lymfeklieren, die zo belangrijk zijn voor de afvoer van lymfevocht en dus lymfoedeem kunnen tegengaan, worden weggehaald. De lymfestatus geeft informatie over de uitzaaiing van de tumor in het lichaam en wordt gebruikt voor de planning van de vervolgbehandeling.

Tijdens de therapie van de aangetaste borst zijn er veel verschillende operatieve mogelijkheden.

1. Borstsparende therapie

Bij deze operatiemethode wordt de tumor met een voldoende veiligheidsmarge uit de borst verwijderd. Deze optie is geschikt voor kleine tumoren of bij een gunstige verhouding van de borstgrootte ten opzichte van de tumorgrootte. Meestal ontstaat hierdoor slechts een klein litteken en een gering weefseltekort. Deze methode wordt altijd afgesloten met een aanvullende bestraling van de resterende borst.

2. Kwadrantectomie

Hier wordt ongeveer een kwart van de borst waarin de klier zich bevindt weggenomen. In ong. 55 % van de gevallen gaat het om het buitenste, bovenste kwadrant. Wanneer in dit geval geen oncoplastische oplossing mogelijk is, is door het relatief grote weefseltekort in veel gevallen later een borstprothese nodig.

3. Subcutane mastectomie

Hierbij wordt al het klierweefsel onder de huid verwijderd, waarbij in de meeste gevallen de tepel, de huid en het daaronder liggende vetweefsel gespaard kunnen worden. Wegens het volumetekort is hier vaak een prothese nodig. In dat geval spreekt men van een correctieve operatie. Voor deze borstreconstructie bestaan verschillende mogelijkheden. Dit kan een inwendige prothese zijn (implantaat) of lichaamseigen weefsel (bijv. met huid van de buik). Indien de tepel niet kan worden behouden, kan deze op een later tijdstip worden gereconstrueerd (bijv. door een tatoeëring).

4. Ablatio simplex

Hierbij wordt al het borstklierweefsel met de daarover liggende huid, inclusief de tepel verwijderd. Door de vaak aanzienlijke asymmetrie is in veel gevallen later een prothese noodzakelijk.

Eerste verzorging na een operatie

Voor de optimale vormstabilisatie en fixatie van de geopereerde borst wordt direct na een reconstructieve ingreep een compressie-bh gebruikt. Deze ondersteunt het genezingsproces door gecontroleerde compressie op het littekengebied en ontlast de lymfevaten. Na een reconstructie met behulp van een geïmplanteerde borstprothese, wordt naast fixatie ook een speciale band gebruikt die dislocatie (het verschuiven) van het implantaat verhindert.

Na de borstreconstructie met een implantaat kan na verloop van tijd de niet-geopereerde kant, bijv. door gewichtsschommelingen, veranderen zodat op een later tijdstip een aangepaste prothese noodzakelijk wordt. Ook na reconstructie met eigen weefsel kan een volumetekort ontstaan, waardoor een aanpassing met een deelprothese noodzakelijk is

Direct na een borstsparende operatie worden zachte bh's van de fijnste micro- en micromodalvezels en eventueel deelprotheses met een binnenkant van microvezel gebruikt. Deze stoffen beschermen de gevoelige huid en kunnen ook tijdens de radiotherapie worden gedragen.

Tijdens de radiotherapie is het weefsel vaak nog gezwollen en zeer gevoelig. In deze periode kan een gewone bh normaliter nog niet worden gedragen. Daarvoor zijn speciale bh's beschikbaar die dankzij speciaal geselecteerde zachte materialen al in dit stadium goed te verdragen zijn, zodat het toch mogelijk is om een vormende bh te dragen.

Pas later in het genezingsproces, wanneer het weefsel na de radiotherapie is hersteld, kan het optische resultaat van de behandeling worden beoordeeld. 

Sleutelfactor advies

Niet zelden ontstaat na een borstoperatie een asymmetrisch borstbeeld. Afhankelijk van de grootte van de te verwijderen tumor wordt vaak na de operatie en het verdwijnen van de daardoor ontstane zwelling duidelijk, dat er een zichtbaar weefseltekort is ontstaan. Vooral nu is de behoefte aan advies bij de patiënten groot. Deze vrouwen hebben een aanspreekpartner nodig die hun vragen beantwoordt en hen de nodige informatie geeft.  

Borstprotheses en deelprotheses

Veel vrouwen zien af van een reconstructie en kiezen ervoor de asymmetrie op te vangen met een deelprothese. Hiervoor zijn zachte siliconen deelprotheses uitstekend geschikt. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende vormen en maten.

Het veelzijdige assortiment omvat individueel afgestemde protheses. De borstprotheses zijn gemaakt van huidvriendelijk, dermatologische getest silicone. Het is licht, zacht met dunne randen die de overgang naar de huid zo zacht mogelijk laten verlopen. De natuurlijke symmetrie ten opzichte van de niet-geopereerde borst kan met de verschillende vormen worden hersteld, oneffenheden worden subtiel weggewerkt en ontbrekend volume gecompenseerd. 

Er zijn:

  • deelprotheses in trapezium vorm, die met speciale watten afzonderlijk kunnen worden gevuld,  voor de correctie van kleinere tekorten aan de onderkant van de borst
  • deelprotheses in een driehoekige of druppelvorm (optioneel tot de helft) voor compensatie over de gehele borst
  • zeer dunne cups in de vorm van een driehoek, die deels naar wens kunnen worden gevuld met speciale watten
  • deelprotheses met een mooie badstofachtige binnenkant van microvezels
  • zelfklevende mamillen wanneer de tepel ontbreekt of moet worden benadrukt
  • Zeer aan te bevelen zijn speciaal voor de deelprotheses ontwikkelde cup-bh's Door de bijzondere pasvorm zijn evt. storende beugels of zijbaleinen niet nodig.

Lymfoedeem

Bij aangetaste schildwachtersklieren is een zogenoemde axillaire lymfoneodectomie noodzakelijk. Hierbij worden doorgaans minstens tien lymfeklieren uit de okselholte verwijderd. Door de verwijdering van de lymfeklieren kan de afvoer van het lymfevocht aan de getroffen kant worden verstoord of onderbroken. Hierdoor kan vochtophoping plaatsvinden, bijvoorbeeld in de arm. Aanvullend bij de medische therapie is de verzorging met een lichte prothese en de bijbehorende protheselingerie met brede ontlastende schouderbanden.

Als gevolg van een operatie of bestraling kan lymfoedeem in de borst, de zij en de rug ontstaan.

De volgende maatregelen  kunnen een bijdrage leveren om lymfoedemen te voorkomen:

  • De bh-bandjes mogen in geen geval insnijden.
  • Beha's met brede schouderbanden, die niet oprollen, en met een zachte en brede                 onderborstband.
  • Geen kleding dragen die strak tegen de geopereerde plaats aan ligt of insnoert.
  • De afvoer van lymfevloeistof bevorderen met gymnastiek.
  • De arm zo vaak mogelijk omhoog leggen (boven het hart). Snij- of krasletsels                         voorkomen.
  • De handtas niet aan de geopereerde kant dragen.
  • Bloeddrukmetingen, injecties of bloedafnames niet uitvoeren aan de geopereerde kant.

Voor het afbouwen van postoperatieve oedeemvorming zijn bovendien speciale lymfe-ontlastingsbandages voor borst en arm verkrijgbaar. Een speciaal materiaal met noppenstructuur zorgt voor een betere doorbloeding, de lymfevaten worden gestimuleerd en de littekens kunnen beter genezen.